Blanca Perea, docent taalkunde aan een universiteit in Madrid, is een vrouw van midden veertig. Ze is getrouwd, de kinderen zijn het huis uit en wanneer haar man haar verlaat voor een jongere vrouw, verliest ze alle grond onder de voeten. Om tot zichzelf te komen vertrekt ze naar Californië. Hier werkt ze mee aan een tijdelijk project: het ordenen van de nalatenschap van professor Andrés Fontana. Deze man heeft een groot deel van zijn leven onderzoek verricht naar het bestaan van een vergeten missiepost langs de Camino Real, de historische route die de Spaanse missieposten in Californië omstreeks 1600 met elkaar verbond. Ongewild wordt Blanca het middelpunt van een controverse tussen Luis Zárate, het sectiehoofd van haar afdeling, en Daniel Carter, een oud-student van Fontana. Niet alleen in hun academische loopbaan zijn deze twee koppige mannen lijnrecht tegenover elkaar komen te staan, ook hun belangstelling voor Blanca leidt tot onverwachte verwikkelingen. In al deze strubbelingen wordt de strijd die Andrés Fontana moest leveren om zijn gelijk over de vergeten missiepost te bewijzen, meer en meer een spiegel voor de strijd die Blanca zelf moet voeren om met haar eigen verleden in het reine te komen. En met haar oude en nieuwe gevoelens.